Corruptie en criminaliteit viert hoogtij.
Het uitgangspunt van dit verhaal sprak me wel aan. Als achtergrond de historie van Biloxi in Mississippi, een badplaats die vooral bekend stond om zijn goktenten, nachtclubs en de enige plek waar je tijdens de drooglegging nog drank kon krijgen. Corruptie en criminaliteit viert hoogtij en dan daar tegenover staat de nobele strijd van Jesse Rudy, die van advocaat opklimt tot openbaar aanklager en de plaatselijke mafia wil aanpakken. Het is zijn zoon, Keith, en de zoon van mafiabaas Lance Malco, Hugh, die op jonge leeftijd samen plannen maken voor de rest van hun leven, maar die je totaal uit elkaar ziet groeien.
Juist het uitdiepen van de relatie van die twee jongens had op een manier als in een boek als “Daar waar de rivierkreeften zingen” of zelfs Grisham’s eerste boek “De jury”, kunnen worden verteld. Grisham kan dat als geen ander. Dat je met elk gesprek en elke beschrijving wordt meegezogen in een prachtig verhaal tegen de achtergrond van een stukje Amerikaanse geschiedenis. Maar dat doet Grisham hier niet. Het is meer een zeer gedetailleerde beschrijving van zo’n 50 jaar aan feiten, alsof alles daadwerkelijk zo is gebeurd. Sterker nog, Grisham heeft met meerdere mensen gesproken die daar vandaan kwamen of daar als FBI-agent hebben gewerkt. Het meeste wat je hier leest heeft dus daadwerkelijk plaatsgevonden. Als je dat weet en van een biografische vertelwijze houdt, zul je dit interessant vinden. Ik had na elk hoofdstuk meer het gevoel “gaat het verhaal nog beginnen of blijft het bij deze aanéénschakeling van feiten”. Gevolg is ook dat je totaal geen verbinding krijgt met de twee hoofdpersonen, geen sympathie voor ‘the good guy’ Keith of mededogen voor het leven van de criminele Hugh. Het einde voelde dan ook haast wat abrupt en dat had juist de voldoening van al het voorgaande moeten geven.
Titel: De jongens uit Biloxi
Auteur: John Grisham
Uitgever: AWBruna
Aantal pagina’s: 544
